Papathomas : De orthodoxe kerk en de secularisatie

De orthodoxe Kerk en de secularisatie

Prof.Hdr.Archim.Grigorios D.PAPATHOMAS

Deken van het Orthodox Theologisch seminarie”H.Platon”

 

De definities die vandaag de dag worden gegeven voor secularisatie in de theologische en kerkelijke wereld, zijn meer gebonden aan haar gevolgen, veeleer dan aan haar oorsprong. Om het fenomeen van de secularisatie met betrekking tot de Kerk te illustreren, gebruiken wij termen als : vervalsing, vervreemding, verwijdering, afwijking, geest van deze wereld  enz…, want juist het vertrekpunt van deze definities is niet van theologische aard, maar moreel. Onze aandacht is dus altijd gericht op de gevolgen van het fenomeen voor de Kerk en niet op zijn oorzaken.

Om het fenomeen, het probleem van de secularisatie te benaderen in haar voornaamste oorzaak, zou men deze moeten beschouwen als een soort permanente bekoring van de Kerk, die feitelijk de derde bekoring van Christus is : de bekoring waar de Heer voor geplaatst wordt door de geest van de wereld bij het begin van zijn openbaar leven (Mt.4,8-11). Maar waarom weigert Christus om zich te onderwerpen aan de bekoring ? Is het alleen uit trouw aan de zending die Hij van de Vader heeft ontvangen, ofwel door iets veel dieper ? Het  blijkt dat deze weigering om zich aan de bekoring te onderwerpen ontbreekt, wanneer men er niet tegen strijdt, dit aanleiding geeft tot secularisatie.

De Kerk, zoals Christus ze gewild heeft bestaat niet uit een puur historisch organisme die zich telkens kan transformeren volgens de heersende ideologieën van de tijd door er zich aan  te passen ; een dergelijke aanpassing zou ze juist binnenleiden in de secularisatie. De Kerk is ook geen schuilplaats van individuele existenties, met het doel  hun individuele noden in te willigen. De Kerk bestaat als relatie en communio. In waarheid, het is de relatie van de wereld met God – in Christus – die Kerk genoemd wordt. En dit “in Christus”, plaats van ontmoeting van de wereld met God, toont ons dat het karakter van de Kerk diep “Theoanthropisch” is. De val betekent reeds een  afkeer van de mens tegenover God en een zich opsluiten in de wereld en de gescheiden schepping van God. Zij voert de mens en de wereld naar een zelfgenoegzaamheid, naar een zich opsluiten in zijn eigen ego, ’t is te zeggen in het egocentrisme.

In de tuin van Eden, kwam met Adam (Gen.3,17) de eerste en unieke gebeurtenis : een schepsel, de duivel, richt zich tot een ander schepsel, de mens, om te discussiëren , over de juistheid – zoniet over de wijgering – van de scheppingsact van God. Het gaat daar niet over een voorstel van totale weigering van God, maar over de verbetering van Zijn werk. In dit geval wordt het schepsel het criterium van dat wat moet zijn. Het wordt zelf het archetype van het beeld volgens welke de mens is geschapen. Maar deze is nochtans het beeld “van God”, en niet van het schepsel zelf. En door deze omkering van perspectief is het beeld van God ingesloten binnen een conceptie en een intra-seculiere ruimte. Alles wordt ten dienste gesteld van een seculier objectief. Zelfs “God” wordt gebruikt, geïdentificeerd ten dienste van een historische finaliteit.

De tweede gebeurtenis kwam met de persoon van Christus “op een zeer hoge berg” (Mt 4,8), waar de duivel zelf zich aan de dingen van de wereld tracht vast te klampen, door Hem voor te stellen om zich te fixeren op de dingen van deze wereld en de dimensie van de hemel en de eeuwigheid te weigeren :”ik zal u dit alles geven”(Mt 4,9). De duivel probeert dus om de existentie van Christus, Zijn menswording en Zijn eschatologisch perspectief zelf te seculariseren zou men kunnen zeggen.

Nochtans is Christus gekomen om de ganse wereld, zichtbaar en onzichtbaar  in Zichzelf te verenigen. Hij vormt in Zijn Lichaam – dat de Kerk is – de schepping in haar nieuwheid, de ganse waarneembare en onzichtbare wereld, door te verenigen wat ontbonden was. De Kerk kan niet gezien worden zonder de wereld, en de wereld zou niet echt bestaan zonder de Kerk, buiten haar relatie met Christus. Het werk van de Kerk bestaat in het ontvangen en de incarnatie van het geheel van de schepping volgens het project van de goddelijke economie, op weg naar de “gelijkenis”. Wanneer de Kerk deze weg en deze oriëntatie van “gelijkenis” verliest, dan maakt zij zich louter en alleen gelijkvormig aan de geschiedenis. Door het perspectief van het Koninkrijk ( van de gelijkenis) te verliezen, identificeert zij zich eenzijdig met de wereld en geeft hij zich over aan seculiere bedoelingen. Bij gevolg, zij seculariseert zich en opent de weg voor haar eigen verdere desoriëntatie. Dan wordt de Kerk door de wereld opgeslorpt in plaats dat de wereld door de Kerk wordt getransfigureerd. De Kerk bezwijkt aan de bekoring waaraan ook Christus heeft moeten weerstand bieden. Zij wint misschien de koninkrijken van deze wereld, zo onbeduidend en onzeker, maar ze verliest het komende Koninkrijk van God.

De vraag is dus gesteld : in welke mate is de Kerk in Europa en in de ganse wereld, vandaag de dag in de greep van de secularisatie en wat moet haar houding zijn tegenover dit fenomeen ?

a)De secularisatie zou kunnen een directe nefaste invloed hebben op de structuur en de identiteit zelf van de Kerk. Onder haar invloed wordt de eucharistische gebeurtenis, die het fundament van de Kerk is, aangetast. : de verzameling van de kerkelijke Gemeenschap en de communio glijden alzo af naar een individuele morele verbetering. De essentiële functies van de Kerk krijgen het karakter van een bureaucratie, het synodale systeem – in het begin een bijeenkomst voor de bevestiging van het geloof – wordt een mechanisme van controle op basis van seculiere democratische criteria , van het principe van de meerderheid in het beste geval. De hiërarchische en charismatische structuur wordt zo omvergeworpen. De sacramenten –“mysteriën” in de orthodoxe taal –  worden daden van privé en mondaine uitingen. Zij zijn niet meer gebeurtenissen van de eschatologische communio. De eenheid tussen de theologie en het kerkelijk leven is verbroken. De kennis maakt zich los van de liefde. De Kerk wordt een ideologisch mechanisme die zich verdedigt tegenover diegenen die haar niet aanvaarden. Alle middelen kunnen worden gerechtvaardigd….

b) De secularisatie is een langdurig proces, in gang gezet door verschillende  toevoegingen en de onttrekkingen in verband met de identiteit en de traditie van de Kerk, door “correcties” dus in verband met het scheppend en soteriologisch werk van God in de Kerk. Het is om deze reden dat de Kerkvaders zich zo streng toonden wanneer het ging over de transformatie van de structuur en de dogma’s van de Kerk, zelf al was het maar over een iota. En het is om dezelfde reden dat wij actueel met respect en begrip de aanhankelijkheid van de Kerken en de gelovigen constateren voor datgene wat ons is overgeleverd en is beleefd in elke kerkelijke traditie.

c)De orthodoxe Kerk draagt een bijzondere gevoeligheid in zich in dit verband, zoals de eindtekst van de Bijeenkomst van de Hiërarchie van het oecumenisch Patriarchaat , dat bijeengeroepen werd in de Phanar in september 1998, getuigt :”Wij (Orthodoxen) worden ook onderworpen aan de bekoring van de “secularisatie”; de opvatting komt hier op neer dat voor de wereld en alles wat relatief is  het leven zonder God en het opgaan in de wereld  is(…). God heeft ons geen “geest van vrees gegeven maar een geest van kracht en wijsheid” (2 Tim.1,7). Wij moeten in deze geest in deze geseculariseerde wereld, die alles tot zichzelf terugvoert, proberen te leven. Daarom zijn wij geroepen om in ons leven Hem te manifesteren die ons heeft geschapen, in onze woorden en daden het teken en het getuigenis offerend van kinderen van God in het licht van Zijn almacht”

d) Wanneer de secularisatie onverwachts komt, dan handelt de Kerk op twee verschillende manieren : zij wordt hetzij een deel van het staatsapparaat, ofwel tracht zij zich in de plaats te stellen van de Staat. In de orthodoxe landen is de secularisatie als persoonlijke zwakheid van de leden een weinig bekend fenomeen, evenals de tendens om te institutionaliseren,zowel in de recente geschiedenis als in de oudheid. De volgende oproep van de Heilige Johannes van Damascus in zijn “Tegen de vijanden van de iconen” is zeker geen toeval : “Het komt aan de hoogste instanties niet toe om regels te maken binnen de Kerk (…) De hoogste instanties moeten een politiek juiste gedraging hebben”. Maar de tendens van secularisatie heeft institutionele dimensies aangenomen na de Verlichting en de franse Revolutie, van daaruit is zij ook gegaan naar de landen van de Orthodoxe traditie en orthodoxe meerderheid onder de vorm van een inspanning om te moderniseren en zich conform te maken aan de europese geest.

Vanuit de vorige vraag, met een schets van de invloed die de Kerk ontvangt van de institutionele secularisatie, groeit de volgende vraag : Is de Kerk – het Christendom – in staat om het hoofd te bieden en de tendensen van de tegenwoordige mens naar een totale breuk met de communio met God,omver te werpen ?

Ons antwoord is positief, om volgende redenen :                                                                   

a)Omdat de Christen gelooft in de geopenbaarde waarheid. Dank zij dit geloof is hij zeker van het eschatologisch leven en bidt hij opdat het project van God zou vervuld worden in zijn persoon. Hij hoopt, en deze hoop verzwakt niet, volgens Sint Paulus (Rom.5,5).

b) Omdat de christelijk gelovige meer en meer de persoonlijke vrijheid van elke mens, die zijn eigen manier heeft en zijn eigen geloof heeft om zich met God Schepper te verenigen,  leert accepteren en respecteren. Hij die als God Vader “elke mens verlicht en heiligt die op de wereld komt” (Joh.1,9).

c) Omdat er een progressieve bewustwording is  voor het feit dat wij, om het project en de wil van God te vervullen,  uitgenodigd zijn om in ons leven de waarden – die terzelfdertijd  deugden zijn – tot de onze te maken : wederzijds respect, broederlijkheid en solidariteit, wederzijdse ondersteuning en tenslotte van de liefde, die zich verheft boven elk ander principe  en deugd.

d)Omdat de christelijke Kerken die wij vertegenwoordigen in Europa op verschillende manieren de beschikbaarheid en de wil hebben om opnieuw leven te geven aan de boodschap van het Evangelie in de wereld die nieuw schijnt  te zijn, maar die zich niet heeft losgemaakt van zijn wortels en alle menselijke middelen te gebruiken opdat een vreedzame en rechtvaardige coëxistentie voor de volkeren van Europa zou gerealiseerd worden.

e) Omdat, vertrouwend, de Kerk een belangrijke dialoog zou ondernemen in alle richtingen en in alle omstandigheden, en dit voor een bredere kennis van de ideeën van de mensen.

f) Omdat, heel eenvoudig, Christus verrezen is uit de doden !

 Vertaling : Kris Biesbroeck

Auteur: orthodoxeinformatiebron

Christiaan Biesbroeck Licentiaat Theologie