Heilige Antonius de Grote

HEILIGE ANTONIOS  DE  GROTE

 

 Inhoudsopgave :Antonios de Grote (dre)

 – Historisch kader rond Antonios de Grote : – het kerkelijk kader                 

– het wereldlijk kader

– het persoonlijk kader- – –  

Levensbeschrijving van Antonios de Grote

– De heiligverklaring van Antonios de Grote

– Belang van zijn persoon en de gevolgen van zijn heiligverklaring

– De spirituele benadering van Antonios de Grote

– Liturgie rond Antonios de Grote

– Bronnen :     – algemene    bronnen – persoonlijke bronnen

 – Bijlagen 


Heilige  ANTONIOS  DE  GROTE

Historisch kader rond Antonios de Grote  ( periode van 250 tot 350 na Chr.)

Het kerkelijk kader

 De vroege christelijke kerk stak op moreel vlak met kop en schouders uit boven de toenmalige maatschappij.  Rond 200 na Chr. waren er 2% christenen, dit aantal steeg in de daaropvolgende eeuw tot 8 % . In Egypte was de kerstening al sterk doorgedrongen. De heersende, heidense cultuur had de eerste Christenen ertoe aangezet om hun geloof te verdiepen. Dus tegen het einde van de derde eeuw konden zij al theologische literatuur voorleggen, die eerst in het Grieks en nadien in  het Latijn werd vertaald.

 Het wereldlijk kader

Tussen 235 en 284 na Chr. waren er een aantal soldatenkeizers die een economische, maatschappelijke en militaire puinhoop van het Romeinse rijk maakten. In het decennium na 250 waren er twee korte periodes van vervolgingen. Na 260 was er een rustige periode van 40 jaar die de “Lange Vrede ” (Pax Longa) werd genoemd. In 284 kwam Diocletianus aan de macht en alles bleef rustig tot in 303 n.Chr. In dat jaar herbegonnen de vervolgingen die eindigden in 311, enkele dagen voor de dood van zijn opvolger Galerius.

Galerius vaardigde een edict uit waarin het Christendom voor de eerste keer het statuut van geoorloofde godsdienst kreeg. In het edict van Milaan in 313 bekrachtigen zijn opvolgers Constantijn en Licinius dit statuut ( bekend als de Kerkvrede).

Tussen 320 en 324 was er toch nog een laatste poging tot vervolgingen door Licinius. Maar vanaf 324 werd Constantijn alleenheerser. Deze keizer had sympathie voor het Christendom, maar vond het ook een ideaal middel om zijn rijk uit te bouwen. Hij zag zich als de eerste vertegenwoordiger van God op aarde. Rond 330 stichtte hij Constantinopel en bleef aan de macht tot 337. Onder zijn bewind vond ook het Concilie van Nicea plaats en waren er problemen met de Arianen. Zijn opvolger en zoon Constantinus koos zelfs de zijde van de Arianen. Uiteindelijk was het keizer Theodosius (die in 379 keizer werd) die een einde maakte aan het Arianisme.

Persoonlijk kader

Antonios de Grote had tussen 250 en 350 in Egypte contact met veel van zijn tijdsgenoten, waaronder :

Paulus van Thebe : ( 250 tot 340) de oerkluizenaar die de woestijn was ingevlucht om te ontsnappen aan de vervolgingen van keizer Decius

Amoen : kluizenaar in Nutrië , Antonios voorspelde zijn dood

Athanasius: (295 tot 373)  bisschop van Alexandrië, had sterke banden met de woestijnmonniken en schreef voor 370 de Vita Antonii

Pachomius : (292 tot 346) grondlegger van het cenobitisme 

de Arianen: (250 tot 380) groep van geestelijken die de goddelijke natuur van Christus de Zoon niet aanvaarden. Dit leidde in de toenmalige kerk tot veel spanningen. Antonios en Athanasius behoorden tot de niceanen (anti-arianen)

Serapioon : leerling van Antonios en vriend van Athanasius, was bisschop van Thmoesis. Er is een brief gevonden van Serapioon geschreven aan Antonios zijn leerlingen. In deze brief troost hij de leerlingen bij het sterven van hun geliefde vader, Antonios (brief is geschreven in 356 in het Syrisch  en Armeens).

Levensbeschrijving van Antonios de Grote


De heilige Antonios werd in 251 in Midden- Egypte geboren in een rijk christelijk gezin. Hij weigerde de klassieke scholing te volgen omwille van het inhoudelijke polytheïsme. Hij verbleef bij de bisschop van Alexandrië, Alexander. Op twintigjarige leeftijd overleden zijn ouders en bleef hij achter met een zusje. Op zekere dag hoorde hij in de viering het evangelie van Matteus (Mt 19 : 16 -21) het verhaal van de rijke jongeling. Dit zette hem ertoe aan om zijn bezit uit te delen aan de noodlijdenden (behalve een gedeelte dat diende voor de opvoeding van zijn zusje) en te gaan leven buiten de stad. Hij bezocht tal van kluizenaars en ging in de leer bij een oudere onder hen, zo leerde hij een ascetisch leven opbouwen. In 286 brak een eerste fase aan. Daarin zonderde hij zich af en ging hij in een verlaten burcht wonen. Twintig jaar lang sloot hij zich op e
n weigerde contact met anderen. Hij leerde te
volharden en te weerstaan aan de vele verleidingen van de duivel. Hij voerde een zware innerlijke strijd, maar kwam gelouterd naar buiten. Rond 306 woonde hij in een kluis in het binnenste gebergte van Egypte ( Pispir) en begonnen er zich meer en meer andere kluizenaars rond hem te vestigen. Toen brak er een tweede levensfase aan. In deze sociale fase kreeg hij bezoek van monniken en kerkelijke personen (Athanasios),maar ook gewone mensen kwamen hem om raad vragen. In dat stadium had hij door zijn toegankelijkheid, aantrekkingskracht en bijzondere gaven ( genezingen en juiste voorspellingen) veel invloed.  Rond 310 reisde hij naar Alexandrië om de door Maximus vervolgde christenen bij te staan. Maar het verlangen naar de eenzaamheid bleef. Hij trok in 312 verder de woestijn in (aangeduid als het binnengebergte – het zou om de berg al-Qalzam gaan, de kluis van Antonios ligt op 2km van het klooster Deir Mar Antonios). Hier bleef hij tot aan zijn  dood in 356.

Antonios de grote249

In 338 trok hij nog eenmaal naar Alexandrië om de leugen te ontkrachten dat hij zou meeheulen met de Arianen tegen zijn vriend en bisschop van Alexandrië, Athanasios. Hij veroordeelde in het openbaar de Arianen en waarschuwde tegen hun dwaalleer. Twee jaar later bezocht hij Paulus van Thebe (de oerkluizenaar) die stervende was. Deze schonk hem zijn unieke tuniek (uit palmbladeren geweven ) die Antonios steeds droeg op Pasen en Pinksteren. Antonios zette zijn ascetisch leven voort en overleed in 356 op 105-jarige leeftijd. Hij voorspelde zijn eigen dood. Hij vroeg om begraven te worden op een geheime plaats en niet gebalsemd te worden zoals toen nog gebruikelijk was bij de Egyptenaren. 

Rond 561 werd zijn stoffelijke resten toch gevonden en naar Alexandrië overgebracht. In 635 verhuisden de relikwieën naar Constantinopel en bleven daar tot in het jaar 1000. Waarschijnlijk door de kruisvaarten kwamen ze in Zuid-Frankrijk terecht. Op enkele partikels na zouden ze verloren zijn  gegaan. Er zou nog een deeltje liggen in het Sint-Anthonius klooster in de Dauphiné en een armreliek in Keulen.

De heiligverklaring van Antonios

Antonios de Grote wordt beschouwd als de vader van het anachoretisme (monnikenwezen in het algemeen)..

Stilzwijgende heiligverklaring

Antonios had tijdens zijn leven al een schare van bewonderaars : christenen die genezingen kwamen afsmeken en verkregen, buitenlanders die over zijn faam gehoord hadden, andere monniken die zijn voorbeeld volgden en in zijn  buurt kwamen wonen. Zijn verering breidde zich snel uit door de verspreiding van de  Vita Antonii en de Vaderspreuken (vooral na de vertaling van deze werken in het Grieks en Latijn). Ook door de Koptische monniken die over geheel West-Europa gingen prediken raakte zijn naam alom gekend. Nochtans heeft Antonios geen monastieke regels nagelaten (zoals Pachomius). Maar het anachoretisme oefende een aantrekkingskracht uit die navolging vond over het toenmalig Romeinse rijk.

Plechtige heiligverklaring

Reeds in de vijfde eeuw werd zijn vermoedelijke sterfdatum, zeventien januari, door Euthymus (abt van Palestina 377 tot 473) vastgelegd als herdenkingsdag. Ook in de heiligenkalender van Auxerre (fr) tussen 592  en 600 was 17 januari al de herdenkingsdag van Antonios.

antonius2

Belang van zijn persoon en de gevolgen van zijn  heiligverklaring

Reeds tijdens zijn leven oefende het kluizenaarsschap op velen een aantrekkingskracht uit. Het oostelijk Romeinse rijk stond meer open voor de diepere spiritualiteit dan het westelijke gedeelte. Rond het Middellands zeegebied ontstonden veel kluizenaarsgemeenschappen die tot in de late middeleeuwen succes kenden. Het anachoretisme werd veeleer beoefend door mannen dan door vrouwen ( praktisch reden : gevaren van de afgelegen streken). Zowel de heilige Augustinus als Benedictus zouden hun bekering aan Antonios te danken hebben

De spirituele benadering

Wat onmiddellijk opvalt is het grote verschil in benadering tussen het oosten en het westen. In het oosten, de Orthodoxe Kerk, vinden we Antonios terug als de grote bezieler van het monnikwezen met een diep inzicht in de groei van het geestelijk leven. Zijn iconografische afbeelding toont steeds een figuur met kapmantel en lange, grijze baard. Als attributen ziet men soms zijn staf (taustaf), een boek (het Heilige Schrift) of een perkamentrol en eventueel nog een bel aan de taustaf. Die manier van afbeelden grijpt terug naar de oorspronkelijke symboliek rond de figuur van Antonios. In het westen hebben alle grote kunstenaars,van de middeleeuwen tot nu, hem uitgebeeld met grootse visoenen van verschrikkelijke duivels (waarschijnlijk door de beschrijving van deze duivels in de Vita Antonii). Maar in de volksaanbidding is hij gekend als de heilige met het varken. De mythe rond het varken is ontstaan in de vroege middeleeuwen toen de arme plattelandsbevolking werd geteisterd door het Antoniusvuur of ergotisme. Deze ziekte komt door het eten van roggebrood dat besmet was door een schimmel. Kenmerkend voor deze ziekte waren het afsterven van de ledematen en de helse,brandende pijn. De zieke werd ook geteisterd door hallucinaties met een spirituele of religieuze inslag (vandaar ook het verband met de duivelse visoenen van Antonios).  In 1095 richtten ridders een hospitaalorde op : de Sint-Antoniusorde. Deze orde verzorgde de zieken en kreeg toelating om varkens te houden. Een beperkt aantal mocht vrij rond lopen in de toenmalige middeleeuwse steden. Het vlees werd op
17 januari uitgedeeld aan de armen en een gedeelte diende voor de bekostiging van de hospitalen. Zo is deze verering ontstaan . Antonios werd dan ook aanbeden als beschermheilige voor ziekten en als patroonheilige voor allerlei beroepen.

Antonius

Liturgie rond Antonios de Grote

 Antonios wordt gevierd op 17 januari. In de gewone liturgie wordt alleen de naam van de Heilige vermeld. Toch bestaan er tal van liturgische teksten en gebeden aan hem gewijd. Als voorbeelden zijn in de bijlage opgenomen: de gebeden en teksten die Dhr. Biesbroeck gevonden heeft in een Romeins Brevier. Verder een Griekse hymne (apolytkion en kontaktion), een troparion en nog een kondakion. Deze bevatten allen zeer lovende bewoordingen voor Antonios. Ook

de monastieke Cahiers beschrijven een aantal lofredes. De oudste is van Hesychius van Jeruzalem, die gehouden werd op 17 januari van een onbekend jaar, ergens tussen 420 en 450 na Chr.

Dit zijn slechts enkele voorbeeld want in iedere taal en kerk zijn er nog een heleboel gebeden, teksten en hymnen terug te vinden. Dit toont aan dat Antonios de Grote al een eeuwenlange verering kent.

Bronnen :

Algemene bronnen :

– De Vita Antonii – geschreven in het Grieks rond 370 na Chr door Athanasius, bisschop van Alexandrië en vriend van Antonios. De Vita is het eerste boek in een hele reeks van boeken over heiligenlevens, geschreven door veel auteurs tot in de late middeleeuwen. Dit boek was het ideale middel om het vroege christendom te promoten. Korte tijd later waren er reeds de eerste vertalingen in het Latijn (o.a. een vertaling van Evagrius, diaken te Antiochië). De Vita behoort tot de paranetische literatuur (literatuur die vanuit de Christelijke beginselen opwekt tot heiligheid naar aanleiding van een bepaald persoon). De nadruk ligt op het stichtelijke van het werk.

– De brieven van Antonios : twee reeksen : een van zeven en een van twintig brieven, gestuurd naar verschillende kloosters (o.a. van Arsinoë). De meeste brieven, die oorspronkelijk in het Koptisch geschreven zijn, bestaan nu nog in Griekse en Latijnse vertalingen. Er zijn echter nog fragmenten gevonden van de oorspronkelijke brieven. De echtheid van deze brieven wordt versterkt door het feit dat twee spreuken van Antonios aangehaald worden( nr. 8 en 22). Het enige historisch feit komt voor in een brief waar over Arius gesproken wordt. Arius is overleden rond het jaar 336. Inhoudelijk zijn deze brieven aanbevelingen voor een verdieping in het ascetische leven. De brieven getuigen ook van een grondige kennis van de H.Schrift.

– De Vadersspreuken : in totaal 170 uitspraken over het gedrag van de mensen en een stichtelijke levenswijze. In het Gerontikon staan er 38 spreuken, verder is er nog een reeks Koptische spreuken. Daarnaast bestaan er nog talrijke spreuken waarin Antonios aangehaald wordt.

Antonius Abt254

Persoonlijke bronnen :

-‘Leven, getuigenissen en brieven van de H.Antonius Abt’ -Monastieke cahiers – C.Wagenaar.

-‘Bevrijd en gebonden – de Kerk van Constantijn’ – Pierre Trouillez – Davidsfonds.

-‘Abba’s en andere asceten over Antonius’ – Adolphus.

-‘Antonius “der Grosse” – okumenische Heiligenlexikon en Bijgevoegde vertaling’

-Monniken – Abbaye Notre – Dame de Leffe

-Promotie van dr Bertrand – die evagriusubersetzung der Vita Antonii

-Anthony the Great – Orthodox Wiki

-St Anthony – Catholic encyclopedia

–‘Heiligenjaar – Heiligenlevens voor elke dag’ – deel 1 januari – orthodox klooster van de H. Joannes de Doper – p 72 tot 74

Antonius de Grote1

Vertalingen:

Vertaling van een gedeelte van de tekst uit Antonius der grosse -Okumenische Heiligenlexikon

Antonius zou 105 jaar zijn geworden. Toen zijn volgelingen hem begroeven zouden er engelen rondom hen hebben gestaan. Van zijn brieven zouden er zeven overgeleverde Latijnse vertalingen als echt gelden en verder ook nog een brief over het oprechte berouw.

Antonius zijn verering begon reeds in 500 na Chr. Zijn relikwieën werden in 561 overgebracht naar Alexandrië. En verhuisde
n in 635 naar Constantinopel (huidige Istanboel) en dan in het jaar 1000 naar Zuid-Frankrijk. In 1491 werden ze naar Arles overgebracht. Nu liggen ze in het klooster van de Sint-Antoniusorde in St.Antoine in de Dauphiné (Fr).

Antonius de Grote 458

Vertaling uit St Anthony founder of Christian monasticism – Catholic encyclopedia.

Antonios de Grote  

Stichter van  het monachisme

De belangrijkste bron van informatie over Antonios de Grote is de griekse vertaling die aan St. Athanasius wordt toegeschreven en die  in meerdere uitgaven en wordt teruggevonden.Aan het eind van dit artikel wordt gesproken over de controverse betreffende de Vita Antonii  hier zal het voldoende zijn om te zeggen dat nu het met praktische eenstemmigheid door geleerden als wezenlijk historisch verslag, en als waarschijnlijk authentiek werk van St. Athanasius wordt aanzien.

De waardevolle hulpinlichtingen worden verstrekt door secundaire bronnen: „Apophthegmata”, voornamelijk  verzameld onder de naam van Antonios (bij het hoofd van de alfabetische inzameling van Cotelier, P.G. LXV, 7]); Cassian, vooral Coll. II; Palladius, „Historica Lausiaca”, 3.4.21.22 (E-D. Butler). Dit werk  kan waarschijnlijk worden goedgekeurd als wezenlijk authentiek, terwijl dat van St. Jerome het „Leven van St. Paul de heremiet” voor historische doeleinden niet kan worden gebruikt.

Antonios was geboren in Coma, dichtbij Heracleopolis Magna in Fayum, in het midden van de derde eeuw. Hij was de zoon van welstellende ouders, en bij hun dood (hij was toen 20 jaar) erfde hij hun bezit. Hij had de wens om het leven van de Apostelen  en de vroege Christenen te imiteren  Op een dag in de kerk bij het horen van het evangelie het verhaal van de rijke jongeling  deed hij al zijn bezit en goederen weg, en wijdde zich uitsluitend aan het godsdienstige leven..

Reeds lang was het bij de Christenen gebruikelijk om ascetisch te zijn, niet te huwen ,nederig te vasten, te bidden en werken van barmhartigheid te stellen maar zij deden dit zonder hun huis of familie te verlaten. Later, in Egypte, leefde dergelijke asceten in hutten aan de rand van de steden en de dorpen, en dit was de gemeenschappelijke praktijk tot 270, toen Anthony zich uit de wereld terugtrok. Hij begon zijn ascetische leven  zonder zijn geboorteplaats te verlaten. Hij had de gewoonte  om diverse asceten te bezoeken, hun leven te bestuderen, en te proberen om van elk van hun  deugden te leren waarin zij schenen uit te blinken. Dan trok hij zich terug  in één van de graven, dichtbij zijn geboortedorp , en daar was het dat hij  die vreemde conflicten had met demonen en wilde beesten die hem soms voor dood achterlieten;.,Op de leeftijd van vijfendertig ging  Antonios  in absolute eenzaamheid  gaan leven. Hij stak de Nijl over en op een berg dichtbij de het oostbank, toen  Pispir, nu Der el Memum, vond hij een oud fort waarin hij zich op sloot om daar twintig jaar in volstrekte afzondering door te brengen. Het voedsel werd hem over de muur toegeworpen. Hij werd af en toe bezocht door pelgrims, die hij weigerde om te zien Maar een aantal zogenaamde discipelen vestigden zich geleidelijk aan in holen en in hutten rond de berg. Er werd  dus werd een kolonie van asceten gevormd, die  aan Antonios vroegen om  hun gids in het geestelijke leven te zijn. Rond 305 beeindigde hij zijn  opsluiting en kwam  te voorschijn. Tot  verrassing van allen, scheen hij te zijn zoals toen hij in was gegaan, niet uitgemergeld, maar krachtig in lichaam en mening.

Vijf of zes jaar wijdde hij zich aan de organisatie van monniken die  rond hem was gegroeid; maar toen trok hij zich nog verder in de binnenwoestijn terug ( tussen de Nijl  en de Rode zee). Dichtbij de kust vestigde hij zich op een berg waar zich  het klooster bevindt dat zijn naam draagt, Der Mr Antonios . Hier bracht hij de laatste vijfenveertig jaar van zijn leven in afzondering door, niet zo strikt als Pispir, want hij kreeg regelmatig bezoek . In de Vita Antonii staat  dat hij  twee maal  naar Alexandrië ging omwille van  de Christelijke martelaren in de vervolging van 311, en eens  rond (c. 350) om tegen Arianen te prediken. De Vita Antonii beschrijft dat hij op de leeftijd van honderd vijf stierf, en St. Jerome  plaatste zijn dood in 356-357 . Al deze chronologie is gebaseerd op de hypothese dat deze datum en cijfers in de Vita correct zijn. Op zijn eigen verzoek werd zijn graf geheim gehouden  door de twee discipelen die hem begroeven..

 Een  ander  oordeel  gaat over geschriften die gevonden zijn. . De preken en twintig Epistels in  het Arabisch zijn door historici als  onecht bestempeld.

St. . Jerome (Illinois van DE Viris, lxxxviii) kende zeven epistels die uit Koptisch in het Grieks werden vertaald; de griekse vertaling is verloren gegaan , maar een Latijnse versie bestaat (ibid.), en ook  Koptische fragmenten  van drie van deze brieven, die aansluiten bij de latijnse vertaling ; zij kunnen authentiek zijn, maar het zou voorbarig zijn om te beslissen. Beter is de positie van een Griekse brief aan Theodorus, die in de „ Theophilum wordt bewaard van Epistola Ammonis”, sekte. 20 het blijkt om een vertaling van het Koptische origineel te gaan ; er schijnt voldoende reden te zijn  om geen twijfels te hebben of het werkelijk door Antonios werd geschreven (zie Butler, Geschiedenis Lausiac van Palladius, Deel I, 223). De autoriteiten zijn het ermee eens geweest dat Antonios geen Grieks kende en slechts Koptisch sprak. Er bestaat een kloosterregel die van Antonios naam draagt, die in Latijnse en Arabische vorm wordt bewaard (P.G., XL, 1065). Deze zou waarschijnlijk uit  Antonios zijn woorden zijn samengesteld.  het gaat om uitingen die aan hem in de Vita  en Apophthegmata worden toegeschreven het bevat echter ook een element dat uit spuria en ook uit de „Regels Pachomian” wordt afgeleid. Deze regel kende succes in Egypte en het Oosten. Het is ook  de regel die door de Monniken Uniat van Syrië en Armenië wordt gevolgd, van wie Maronites, met zestig kloosters en 1.100 monniken, het belangrijkst is en  het wordt ook gevolgd ook door de schaarse resten van Koptische kluizenaars.

Het is niet eenvoudig  om Antonios de Grote zijn  plaats en zijn invloed in de geschiedenis van het anachoretisme te verklaren. Hij was waarschijnlijk niet de eerste Christelijke hermiet maar  Antonios was er de erkende leider van . Noch was Antonios een groot wetgever en een organisator van monniken, zoals
zijn jongere eigentijdse Pachomius; (, hoewel de eerste stichtingen van Pachomius waarschijnlijk zowat tien of vijftien jaar later  zijn gesticht na zijn terugkeer uit Pispir). En men  kan ook niet aantonen dat Pachomius direct door Antonios werd beïnvloed,  zijn instituut was anders opgebouwd.. En toch is het overvloedig duidelijk dat van het midden van de vierde eeuw in heel Egypte en ook door  de Pachomiaanse monniken naar Antonios werd opgekeken als stichter en vader van anachoretisme .

Deze grote positie was zonder twijfel toe te schrijven aan zijn persoonlijkheid en bijzonder karakter, kwaliteiten die duidelijk in alle verslagen naar voren gekomen. De beste studie van zijn karakter is Newman in de „Kerk van de Vaders” (herdrukt in „Historische Schetsen”). Hij zegt het volgende : „Zijn doctrine  was zuiver en voorbeeldig; en zijn karakter is hoog en hemels, zonder lafheid, zonder mistroostigheid, zonder formaliteit, zonder zelfgenoegzaamheid. Wantrouwen is verachtelijk en buigend,  het wantrouwt God, en vreest de bevoegdheden van kwaad. Antonios had niets van dit alles, hij is vol van vertrouwen, van  goddelijke vrede en vol van enthousiasme. Zelfs op het hoogtepunt van zijn  enthousiasme was hij niet fanatiek of hard,  zijn matiging  komen in veel van de verhalen verwant aan hem duidelijk uit. Abt Mozes in Cassian (Coll. II)zegt de minzaamheid van  Antonios de essentie  is voor het bereiken van de perfectie   Het kleine bekende verhaal van Eulogius en Cripple, dat in de Geschiedenis Lausiac (xxi) wordt bewaard, illustreert het soort raad en richting die hij aan zijn monniken heeft gegeven die naar zijn begeleiding streefden.

Het monachisme gesticht door Antonios werd de algemene norm in Noordelijk Egypte, in Lycopolis (Asyut) en  het Middellandse-Zeegebied. In tegenstelling tot het cenobetisme  gesticht  door Pachomius in het Zuiden, bleef het noorden het kluizenaarskarakter behouden, de monniken leefden  in afzonderlijke cellen of hutten om slechts nu en dan voor de kerkdiensten samen te komen , zij hadden hun eigen persoonlijk regels en leefden niet volgens gemeenschappelijke regels  (zie Butler, op. CIT, Deel I, 233-238). Dit was de vorm van het kloosterleven in de woestijnen van Nitria en Scete, zoals afgebeeld door Palladius en Cassian. Dergelijke groepen semi-onafhakelijke hermitages heten ” Lauras” en hebben altijd in het Oosten opzij van de kloosters Basilian bestaan. In het westen wordt het monachisme van Antonios teruggevonden bij de orde van de Kartuizers. Dit  was Antonios  zijn levenswijze  karakter en  zijn rol in de Christelijke geschiedenis. Hij wordt juist erkend als de vader niet alleen van monachisme , strikt zogenaamd, maar van het technische godsdienstige leven in elke vorm . Weinig namen hebben op het menselijke ras een zo diepe en innige invloed uitgeoefend ..

Er moet toch nog iets gezegd worden over de controverse die heerst bij  de generatie rond 1870 betreffende Antonios  en de Vita Antonii . In 1877 ontkende Weingarten het  auteurschap  van Athanasius en het historische karakter van het Vita Antonii (   hij was van mening dat het om een roman ging en geen realiteit). Volgens hem waren er rond 340  geen Christelijke monniken . Antonios leefde volgens hem een eeuw later.. Sommige imitators in Engeland gingen steeds verder en ontkenden dat Antonios ooit had bestaan. Aan iedereen vertrouwd met de literatuur van kloosterwezen in Egypte leek het alsof Antonios een gefingeerde held was die niet bij machte was een plaats te veroveren in de kloostergeschiedenis . Uiteindelijk worden  deze theorieën verlaten,  de Vita Antonii wordt als zijnde historisch aanvaard  alsook Athanasius De geschiedenis van de  traditionele  kloosteroorsprong wordt in grote mate hersteld. Deze episode is nu voornamelijk van belang als   voorbeeld van een theorie die werd aangesneden en toen algemeen aanvaard , en toen volledig tijdens  één enkele generatie weer werd verlaten. (op de controverse zie ler, op. CIT Deel I, 215-238, Deel II, ixxi).

 Werkstuk voor de cursus Hagiologie

Onderdeel van studiepakket van het programma van het eerste jaar aan het Orthodox Vormingscentrum “heilige Johannes de Theoloog” door Mariëlle De Bom. Docente : Mevrouw N. ZHirovova

auteur : Mariëlle De Bom Van Driessche

Met dank voor dit prachtig werk !

Antonios de Grote

Auteur: orthodoxeinformatiebron

Christiaan Biesbroeck Licentiaat Theologie

Eén gedachte over “Heilige Antonius de Grote”

  1. Geachte heer,

    Voor mijn studie zoek ik informatie over het uitvaartriuteel binnen de Armeens Apostolische kerk. Kunt u mij helpen of verwijzen?

    Groet,
    Esther van Duijnhoven

    Like

Reacties zijn gesloten.